Intern rentebeleid | Programmabegroting 2022

Wij rekenen aan alle investeringen rente toe

De wet schrijft voor dat de totaal doorberekende rente ongeveer gelijk moet zijn aan de totale rentelasten. Het is niet nodig om het rentepercentage ieder jaar bij te stellen, de werkelijke rente mag een klein beetje afwijken (maximaal 0,5%). Op dit moment wordt gerekend met een rentepercentage van 1,5% voor de grondexploitaties en 1,2% voor de overige investeringen.
Het verschil tussen de rente die we daadwerkelijk betalen en de doorberekende rente noemen we het renteresultaat. Een deel van het renteresultaat verwerken wij in het perspectief. Het deel dat wij (uit voorzichtigheid) niet verwerken in het perspectief noemen we de rentebuffer. Met deze buffer kunnen we tegenvallers opvangen, bijvoorbeeld als de rente harder stijgt dan verwacht.

Meerjarig renteresultaat

Uit onderstaande tabel is af te lezen welk meerjarig renteresultaat wordt verwacht:
bedragen x € 1 miljoen

omschrijving	2021	2022	2023	2024	2025
rentelasten aangetrokken leningen	-12,1	-10,8	-10,6	-10,4	-9,1
rentebaten verstrekte leningen	0,4	0,6	0,6	0,6	0,6
rentebijschrijving eigen vermogen	-0,6	-1,0	-1,3	-1,6	-1,9
rentebijschrijving voorzieningen	-1,5	-1,5	-1,5	-1,6	-1,6
saldo interne rentebijschrijving	-13,8	-12,8	-12,9	-12,9	-12,0
rentetoerekening aan grondexploitaties	4,8	3,5	3,1	3,0	2,0
rentetoerekening aan algemene dienst	9,9	10,2	10,5	11,3	12,2
saldo interne rentetoerekening	14,7	13,7	13,6	14,3	14,2
renteresultaat	0,8	0,9	0,7	1,4	2,3
bijdrage (-) of onttrekking (+) aan perspectief	-0,8	0,0	-0,7	-1,0	-1,0
rentebuffer	0,0	1,0	0,0	0,3	1,2

Externe rentelasten en -baten

Wij betalen rente aan banken voor geld dat wij lenen. We ontvangen rente van banken voor (kortlopende) kasgeldleningen. De externe rente die wij per saldo betalen daalt de komende jaren doordat onze financieringsbehoefte de komende jaren afneemt. Dat komt vooral doordat de voorfinanciering van de grondexploitaties (de boekwaarde) terugloopt door de verwachte grondverkopen.

Interne rentebijschrijving

Op sommige reserves en voorzieningen schrijven wij jaarlijks rente bij. Dat doen wij zodat daarin voldoende geld zit om de kosten die wij daaruit betalen te dekken. Deze rentelasten lopen licht op. Dit heeft te maken met het activeren van investeringen in de openbare ruimte. Voor de afschrijvingslasten van deze investeringen hebben wij een reserve gevormd.

Interne rentetoerekening

We rekenen rente toe aan de investeringen in het grondbedrijf (grondexploitaties) en de algemene dienst (bijvoorbeeld schoolgebouwen). De rentetoerekening aan de grondexploitaties neemt af doordat de boekwaarde afneemt als gevolg van grondverkopen. De rentetoerekening aan de algemene dienst neemt toe door de hoge geplande investeringen de komende jaren, bijvoorbeeld in onderwijshuisvesting en de openbare ruimte.

Renteresultaat

Het saldo van rentelasten en -baten is het renteresultaat. Hoe hoog de rentebuffer moet zijn baseren wij op onze rentevisie. In deze visie doen wij een voorspelling van hoe de rente zich zal gaan ontwikkelen. Het bedrag dat niet nodig is voor de rentebuffer zetten we in voor het perspectief. Als we vanuit het renteresultaat niet genoeg geld hebben voor de rentebuffer dan vullen we de buffer aan ten laste van het perspectief.