Uitgangspunten en eenheden

Op 1 januari 2021 bedraagt onze woningvoorraad circa 87.807 woningen. Dat is recentelijk door het CBS vastgesteld. In de tabel hebben we de woningen opgenomen die in de periode 2021 -2025 worden opgeleverd. Op basis van de meest recente scenario’s gaan wij er vanuit dat de woningbouw in Almere gestaag voortgang zal vinden. Omdat tussen het moment van grondverkopen en oplevering van de woningen gemiddeld zo’n 1½ á 2 jaar zit, tellen de woningen pas na 2 jaar mee voor het gemeentefonds en de onroerende zaak belastingen.

Fysieke structuur per 1 januari

Het inwonertal is op basis van de meest recente woning- en bevolkingsprognoses geactualiseerd. De tendens is dat de woningbezetting op langere termijn daalt van circa 2,5 inwoners per woning in 2021 naar 2,4 inwoners op langere termijn (2030).

Sociale structuur per 1 januari

Ook de raming van het aantal jongeren en ouderen is gerelateerd aan de woningprognose. De bevolkingsopbouw van Almere naar leeftijd wijkt sterk af van het gemiddelde van Nederland. Almere heeft een relatief jonge bevolking. Hoewel Almere de komende jaren nog een stad blijft met een relatief jonge bevolking, zal de groep ‘65-plussers’ op termijn veel harder (gaan) groeien dan andere leeftijdsgroepen. Zo bedroeg het aantal ‘65-plussers’ op 1 januari 2020 nog 11,75% van de bevolking; in 2025 zal dat oplopen naar 14,3%. Op grond van de meest recente bevolkingsprognose is sprake van ‘vergrijzing’. Daarnaast hebben wij de groep ’75-84 jarigen’ opgenomen. Deze ‘ouderen’ zijn een belangrijke (kosten)indicator voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Almere heeft relatief weinig ’75-84 jarigen’. Het aantal was op 1 januari 2020 ruim 2,8%, maar zal op langere termijn oplopen naar 4,0% (2025).

In de tabel zijn de leerlingenprognoses voor het onderwijs opgenomen per 1 oktober van het vorig jaar. Deze zijn opgesteld aan de hand van de prognosestatistiek en afgestemd op de prognoses van het aantal jeugdigen (0 t/m 18 jaar). In 2021 staan de leerlingen vermeld uit het schooljaar 2020-2021. Hierop wordt de reguliere bekostiging gebaseerd.

aantal leerlingen

De raming van de opbrengst OZB zijn gekoppeld aan het volume aan woningen en niet woningen. De WOZ waarde is vastgesteld, met als peildatum 1 januari 2021.

Op 1 januari 2022 begint een nieuw waarde tijdvak voor de WOZ, met als peildatum 1 januari 2021. Uit de eerste analyse blijkt dat de woningen in Almere – ten opzichte van 1 januari 2021 - gemiddeld met 9,% in waarde zijn gestegen en kantoren en utiliteitsbouw (niet woningen) met gemiddeld 1%. De ramingen van de WOZ-waarde zijn hierop aangepast .

WOZ waarde onroerende zaakbelasting (indicatief na hertaxatie)

Dit betreft de raming van het aantal objecten dat is/wordt meegenomen bij de becijfering van de heffing.  Deze ramingen zijn nu bijgesteld op de ramingen van de woningbouwprognose. Deze ramingen stellen we  jaarlijks bij de Perspectiefnota bijgesteld.

Objecten rioolheffing - afvalstoffenheffing

Jaarlijks stellen we onze budgetten bij op de loonprijsontwikkelingen. Deze loonprijsbijstelling is nodig om de gemeentelijke taken en diensten op het gewenste kwaliteitsniveau uit te kunnen voeren. Dat doen we via een tweetal indexcijfers, die het Centraal Planbureau hiervoor jaarlijks publiceert. Deze percentages geven een indicatie van de verwachte prijsstijgingen voor het komend jaar. Bij de prijsstijging van de gesubsidieerde instellingen gaan we uit van een mix van loon- en prijsgevoelige uitgaven. Dit in de verhouding 70% lonen en 30% prijzen. En een verrekening over het vorig jaar. Dat hebben we vorig jaar met de instelling afgesproken. De loonprijsstijging over ons gemeentelijk takenpakket bedraagt 2,20%. Met dit percentage verhogen wij onze lokale heffingen.

Loonprijsbijstelling