Bestuurlijke inleiding

Als college zijn we daar trots op. Onze keuzes en vooral de extra middelen vanuit Den Haag hebben daarvoor gezorgd. We hebben daardoor 4 dingen bereikt:

1. We zien meer rust en ruimte in het begrotingsproces,
2. We zien veranderingen eerder aankomen,
3. We kunnen financieel tegen een stootje,
4. En we en zadelen onze opvolgers na de verkiezingen volgend jaar niet op met structurele tekorten. We geven ze zelfs de ruimte keuzes te maken.

In het afgelopen jaar hebben we meer inzicht in onze begroting gekregen.

We zijn de begroting post voor post doorgegaan om te zien of de begroting realistisch is, wat de risico’s zijn en welke keuzes we kunnen maken. In de totaalbegroting staan voor honderden activiteiten de resultaten te lezen. We hebben daarbij meteen ook gezorgd dat het taalgebruik veel duidelijker is geworden.

We zijn ook onze risico’s duidelijk in kaart aan het brengen.

Denk bijvoorbeeld aan de wijzigingen in de prijzen van grondstoffen, groei van de bevolking of het risico dat leningen niet worden terugbetaald. Dat is iets van de lange adem. Het is veel werk en het is ook precies werk. Als eerste maken we onze analyse af van het risico dat de rente gaat stijgen. We verwachten voor het einde van het jaar met de raad over de conclusies in gesprek te kunnen gaan.

Drie maanden geleden hebben we de financiële kwartaalrapportage geïntroduceerd. In de kwartaalrapportage maken we vier keer per jaar duidelijk hoe we er financieel voorstaan. Dat geeft inzicht, maar zorgt er ook voor dat college en gemeenteraad eerder kunnen bijsturen bij ontwikkelingen.
Ondertussen werken we aan een langetermijnplanning van onze financiën. We willen meer dan vier jaar vooruit kunnen kijken. Toch hadden we dat in Almere niet zo georganiseerd. Bij de kwartaalrapportage over het vierde kwartaal hopen we de eerste uitkomsten te laten zien.

Corona lijkt nog steeds geen grote invloed op onze financiële positie te hebben.

Bij de vorige begroting was veel onzeker over hoe corona onze financiën ging raken. Inmiddels kunnen we hierover voorzichtig positief zijn. We hebben dit jaar, maar ook vorig jaar, genoeg geld van het Rijk gekregen om de gevolgen financieel op te vangen. Nu de coronacrisis lijkt af te nemen zien we dat de stad begint op te veren. De middelen die wij daarvoor hebben ingezet, zijn opgenomen in deze begroting. Hiermee geven we inzicht in de herstelaanpak. Dat hadden we eerder al beloofd te doen. Ook organiseren we in het najaar van 2021 nog gesprekken over dit onderwerp met inwoners en partners in de stad. We doen dit omdat de toekomst met corona nog onzeker blijft. En het gaat nog lang niet met alle inwoners en ondernemers weer beter.

We hebben te maken met grote risico’s en onzekerheden. Daarom moeten we voorzichtig zijn.

We hebben redenen om positief te zijn. De economische groei is gunstiger en er is financieel meer ruimte. Vanaf 2024 verwachten we bijna € 4 miljoen minder uit te geven dan we binnenkrijgen.
Toch moeten en willen we ook voorzichtig zijn.

• Er komen namelijk nog veel uitdagingen op ons af. De Omgevingswet, de betaalbaarheid van het beheer en onderhoud, de energietransitie, de groei van de stad en de betaalbaarheid van de organisatie. Dit gaat geld kosten, maar we weten nog niet hoeveel.
• We moeten veel van onze gebouwen in de toekomst renoveren of vervangen. Dit geldt bijvoorbeeld voor veel schoolgebouwen. We moeten nog uitwerken hoe we dit gaan aanpakken, en hoe we dit financieel kunnen oplossen.
• De ontwikkelingen van de jeugdzorg en het gemeentefonds blijven voor alle Nederlandse gemeenten onzeker.
• Verder hebben we met de Floriade een groot project, dat ook in 2022 financiële risico’s oplevert.
• En staan nog voor ongeveer € 10 miljoen aan structurele bezuinigingen open. Deze moeten nog worden ingevoerd.
• In de afgelopen jaren hebben we als gemeente Almere door winst van ons grondbedrijf onze financiële positie op orde kunnen houden. Maar eigenlijk willen we daar in de toekomst niet meer zo afhankelijk van zijn.

We vinden het daarom niet verstandig om nu alle ruimte op te maken.

We gaan ons aangepaste spaardoel van € 48 miljoen waarschijnlijk halen.

We wilden zorgen dat in 2022 € 60 miljoen in onze buffer zou zitten. Vorig jaar hebben we dit noodgedwongen bijgesteld naar € 48 miljoen. Dit aangepaste doel lijken we te gaan halen. Uit de tabel blijkt dat we eind 2022 uitkomen op bijna € 56 miljoen.
We verwachten over 2021 ook nog een winstafdracht van het grondbedrijf van € 15 miljoen. Tel je deze winst uit het grondbedrijf wel, dan komen we uit boven ons oorspronkelijke spaardoel van € 60 miljoen.
We hebben de winst 2021 uit het grondbedrijf nog niet opgenomen. We willen eerst de jaarrekening 2021 afwachten. Het lijkt ons logisch om dit in de toekomst wel bij de begroting mee te tellen. Het jaar waarover de winst gaat is al bijna voorbij. Dit is nu nog niet gedaan omdat wij niet vlak voor de verkiezingen zo'n belangrijke wijziging in de werkwijze willen maken. Ook moeten we ons proces verbeteren om de inschatting nog betrouwbaarder te maken.

bedragen x € 1.000