Algemene uitkering gemeentefonds | Programmabegroting 2022

Wij krijgen geld van het Rijk via het gemeentefonds. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is het grootste deel van onze inkomsten. Het Rijk verdeelt de algemene uitkering van het gemeentefonds aan gemeenten op basis van kenmerken. Te denken valt aan het aantal inwoners, het aantal jongeren en verstedelijking. Het bedrag dat het Rijk verdeelt onder gemeenten is afhankelijk van hoeveel uitgaven het Rijk zelf doet. Hoe meer het Rijk uitgeeft, hoe meer wij ontvangen. De gemeenteraad mag zelf bepalen hoe het geld uit het gemeentefonds wordt uitgegeven. We moeten hiermee in ieder geval wel onze wettelijke taken en zorgtaken betalen.

We reserveren geld voor loon- en prijsstijgingen. In de tabel zijn dit lasten. Ook houden we rekening met de groei van het gemeentefonds in de jaren 2022 tot en met 2025. Die groei noemen we accres. Het geld voor loon- en prijsstijgingen en groei van het gemeentefonds in 2022 verdelen we bij de programmabegroting 2022. Het geld voor 2023 wordt verdeeld bij de Programmabegroting 2023 etc.

bedragen x € 1 miljoen
	lasten 2022	baten 2022	lasten 2023	baten 2023	lasten 2024	baten 2024	lasten 2025	baten 2025
inkoop	6,3		14,3		19,6		29,6
subsidieontvangst		380,8		366,5		377,1		389,4
overig		6,4		12,7		11,6		10,3
totaal	6,3	387,2	14,3	379,2	19,6	388,7	29,6	399,8

Is deze activiteit door ons beïnvloedbaar en zo ja, in welke mate?

	Deze activiteit is:	niet beïnvloedbaar
Wij hebben geen invloed op de hoogte van de uitkering uit het gemeentefonds. Het Rijk bepaalt de hoogte van het gemeentefonds. Dit wordt verdeeld over gemeenten.

Maatschappelijke gevolgen

We nemen geen maatschappelijk gevolg op omdat deze activiteit niet beïnvloedbaar is.

Wat zijn de externe factoren (risico’s) die de activiteit kunnen beïnvloeden?

Als gevolg van tekorten op de begroting van het Rijk bestaat de kans dat het Rijk het gemeentefonds ook kort waardoor gemeenten minder geld krijgen. We moeten dan bezuinigen.
Als gevolg van besluiten van het Rijk bestaat de kans dat het gemeentefonds op onderdelen wordt gekort zonder dat de taken voor gemeenten afnemen. Gemeenten krijgen dan minder geld maar moeten dezelfde taken uitvoeren. Dit is het geval bij onderwijshuisvesting.
Als gevolg van te weinig geld voor nieuwe taken voor de gemeenten bestaat de kans dat gemeenten de taak niet goed kunnen uitvoeren, waardoor we hier zelf meer geld voor moeten uitgeven.
Als het gemeentefonds niet voldoende en/of op hetzelfde moment meegroeit met de groei van de stad dan bestaat de kans dat wij niet genoeg geld hebben om al onze taken goed uit te voeren. Hierdoor maken we mogelijk zelf meer kosten.
Als gevolg van het niet genoeg meegroeien van het gemeentefonds voor de stijging van lonen en prijzen bij de gemeente en onze partners bestaat de kans dat we dit zelf moeten betalen waardoor we moeten bezuinigen.